
L’histoire se repétè als het middeleeuws portret van Graaf Adrianus Von Habsburg wordt gestolen uit het museum.
L’histoire se repétè als het middeleeuws portret van Graaf Adrianus Von Habsburg wordt gestolen uit het museum.
Extra kort verhaal
Wat gaat er zoal in iemands hoofd om? En hoe werkt dat bij jezelf? Of denk je daar zelf nooit over na? Laat je reactie na op deze pagina. Of denk je dan, dat zullen we nog wel eens zien?
Een kort schaatsverhaal
Schaats mee met Arend die een marathonwedstrijd rijdt in zijn leeftijdscategorie bij de veteranen, eufemistisch ook wel de ‘Masters’ genoemd. NB De namen, personages en gebeurtenissen zijn pure fictie, eventuele overeenkomsten met de werkelijkheid berusten puur op toeval.
Soms komt een verhaal vanzelf naar je toe, dit keer om 6 uur ’s ochtends, daarna hoefde ik het ‘alleen nog maar op te schrijven.’
Na de eerste schermutselingen bij deze het korte verhaal ‘De gele rolkoffer’ in zijn geheel verder uitgeschreven. Veel leesplezier en voel je vrij om je leeservaring hier op de blogpagina te delen. Ook het verhaal zelf kun je trouwens delen met wie dan ook als je wil, doe er dan wel een verwijzing naar prozajur.nl bij alsjeblieft!
Deze week is het herfstvakantie, dus krijgen we pas volgende week weer feedback van Roos van Rijswijk. Dus deze eerste ruwe versie van de gele rolkoffer gaat nog verder fijn geslepen worden de komende weken. Ondertussen schrijven we lekker door en delen ik met mijn medecursisten onze schrijfsels op een online platform, zodat we elkaar ook kunnen helpen met vragen en tips.
Het vervolg van voorheen ‘Het is wat het is’
Met de schrijfaanwijzingen van Roos van Rijswijk en de leeservaringen van mijn medecursisten bij deze de volgende versie van de schrijfcursus proza-kort verhaal op de schrijversvakschool. Naast hoofdpersoon Ben lees je nu ook vanuit het perspectief van Els. De titel heb ik inmiddels dus ook aangepast.
De titel was er overigens eerder dan de foto hieronder, onderweg naar de Herengracht zag ik iemand lopen op de stoep van de Jodenbreestraat, met, jawel, een gele rolkoffer..
Goed beschouwd was het definitief misgegaan op die avond, na een potje toepen, een vaste gewoonte die ze als gezin hadden op de vrijdagavond en waarbij hij zo goed als onverslaanbaar was, tot grote frustratie van zijn jongste zoon, en om die reden ook van zijn vrouw, zijn ex, omdat zij Joost
altijd in bescherming wilde nemen. En nu waren ze niet meer on speaking terms, zoals dat heet en mocht hij bij gratie van Jessica zijn gezin, zijn jongens, alleen nog in de weekenden zien.
“Hebben”, zoals Jes dat noemde. Alsof hij ze die paar dagen in bezit nam, haar eigendom, en hij ze dan tot verfoeilijke gewoontes zou verleiden of “net als altijd” helemaal geen aandacht gaf behalve als hij zelf “het stralende middelpunt” was. Jess kon dat goed, vlijmscherpe giftige woorden meegeven aan hem, bij de overdracht liefst, zodat de kinderen er getuige van waren. Alsof dat zo goed voor ze was, opvoedkundig gesproken.
Na een lange weg via therapie, mediation en uiteindelijk een zogenaamd bevriende advocaat was de breuk definitief en de werd de scheiding bekrachtigd met een convenant waarin werd beschreven hoe zaken, onroerende zaken en de kinderen tussen hen werden verdeeld. Voor Jessica werd het een wraakoefening, om alle vastgelegde afspraken met voeten te treden om er vervolgens quasi luchtig over te doen. “Tja, dat zal allemaal wel, maar uiteindelijk ben ik toch hun moeder hè.” Die moeder die er natuurlijk altijd was op de momenten dat hij afwezig was, hoe plausibel ook, dat deed er helemaal niet toe. En die plausibele afspraken van hem buiten de deur, hoe eerlijk was hij daar dan wél over geweest?
Dat was het Sinterklaaseffect, zoals zijn beste vriend Koos dat noemde, wat in werking was getreden nadat Jess hem had betrapt op valsspelen tijdens het toepen, op die bewuste avond. Hij had een tien gestoken, zoals hij altijd deed, van onderaf het kaartendeck, maar dit keer bleef de tien plakken, zijn port was eerder omgestoten en hij had kennelijk nog plakkerige vingers. Goed beschouwd was het dus de schuld van de port, omgestoten door Harald, de oudste, die altijd al hoekig en onhandig bewoog, en in zijn eentje de aansprakelijkheidsverzekering al jaren achter
elkaar rendabel had gemaakt. Goed, de port, de sticky fingers en de mislukt gestoken tien. Het Sinterklaaseffect was in werking getreden, als je eenmaal wist dat volwassen mensen tegen je konden liegen kon alles wel gelogen zijn.
‘Wat doe je? Wat doe je daar nou?’ Jessica was geschokt en boos tegelijk, ze klemde haar kaarten veel te hard in haar handen, drukte ze vervolgens tegen haar borst, alsof ze bang was dat hij ze kon zien.
‘Nou, eh’, stamelde hij, ‘ik had dacht ik niet helemaal goed geschud, en..’ ‘Helemaal niet. Dat dacht je helemaal niet!’ Twee blauwstalen ogen keken hem aan, fixeerden hem.
‘Laat eens zien, die kaart, die van onderop.’
‘He Jess, kom op, dat is toch helemaal niet belangrijk, laten we het gewoon gezellig houden, het is maar een spelletje hoor.’ Dat waren de verkeerde sussende woorden op het verkeerde moment, er lag al maanden een bom voor hem klaar, een tikkende tijdbom, en hij had hem zojuist af laten gaan.
‘Een spelletje! Niks spelletjes, meneer zit hier gewoon vals te spelen, de boel te belazeren, mij en de jongens en weet ik hoe lang je dat al doet!?’
De daaropvolgende dagen had ze alles gespuid, al haar wrevel die ze jarenlang had opgespaard over zijn voortdurende afwezigheid, ook als hij wel thuis was, hoe ze zich niet meer gezien voelde, wat hij allemaal buiten de deur uitspookte wilde ze niet eens weten, ze had geen enkel vertrouwen meer in hem, hij was voor haar niet meer te vertrouwen, nadat ze hem op heterdaad had betrapt. Met toepen. Het Sinterklaaseffect had zijn ondermijnende werk gedaan, en het kwam nooit meer goed.
Ik fiets door de Damstraat, toeristen schieten links en rechts de straat op, mijn remmen piepen gelukkig zo hard dat ze telkens tijdig de stoep op vluchten. Het is zaterdag 1 oktober en ik ben op weg naar de schrijversvakschool op de Herengracht. Samen met 8 cursisten van divers pluimage start ik aan de cursus proza. Schrijfster Roos van Rijswijk geeft ons de eerste opdrachten. Zoals: begin eens telkens een zin met ‘Ik herinner me’. En als weekopdracht: schrijf een begin van een kort verhaal van 500 woorden, met als inspiratie een uitspraak die in je hoofd blijft hangen. Voor mij wordt het vertrekpunt de quote ‘Het is wat het is’. De ruwe eerste versie kun je hier meelezen, zie de download.